dinsdag 26 april 2016

Een referendum: wat zegt de wetgeving?

De gemeenteraad kan, op eigen initiatief of op verzoek van een bepaald percentage van alle inwoners van de gemeente, beslissen om de burgers te raadplegen over de aangelegenheden van gemeentelijk belang. Het initiatief dat uitgaat van de inwoners van de gemeente moet, in gemeenten met minder dan 15.000 inwoners, worden gesteund door ten minste 20% van de bevolking. 

Dit verzoek moet aangetekend ingediend worden bij het schepencollege en vergezeld zijn van een gemotiveerde nota. Opgelet, dit verzoek is alleen ontvankelijk als het wordt ingediend door middel van een formulier, afgegeven door de gemeente, en het moet een aantal vermeldingen bevatten: 
1. de vraag of vragen waarop de voorgenomen raadpleging betrekking heeft; 
2. de naam, voornamen, geboortedatum en woonplaats van iedereen die het verzoekschrift heeft ondertekend; 
3. de naam, voornamen, geboortedatum en woonplaats van de personen die het initiatief nemen tot de raadpleging. 

Iedereen die 16 jaar of ouder is kan deelnemen aan de stemming. De uitgebrachte stemmen moeten enkel geteld worden als – in het geval van Opglabbeek – 20% van de inwoners in gemeenten met minder dan 15.000 inwoners hun stem hebben uitgebracht. 

Een verzoek tot het houden van een volksraadpleging wordt ingeschreven op de agenda van de eerstvolgende vergadering van het college van burgemeester en schepenen en van de gemeenteraad. Tot de inschrijving wordt overgegaan nadat het verzoek gecontroleerd werd op zijn wettelijke voorschriften. De voorzitter van de gemeenteraad is verplicht om tot inschrijving op de agenda van de gemeenteraad over te gaan, tenzij de gemeenteraad kennelijk onbevoegd is om over het verzoek te beslissen. Als hieromtrent twijfel bestaat, beslist de gemeenteraad. Elke beslissing over het al dan niet houden van een volksraadpleging moet uitdrukkelijk gemotiveerd worden.

Ten minste één maand voor de dag van de raadpleging stelt de gemeente aan de inwoners een brochure ter beschikking waarin het onderwerp van de raadpleging op een objectieve manier wordt uiteengezet. Deze brochure bevat bovendien de gemotiveerde nota alsmede de vraag of vragen waarover de inwoners zullen worden geraadpleegd. De vraag moet zo geformuleerd zijn dat met ja of nee kan worden geantwoord.

Geen opmerkingen: